Ramadan in Dhaka
In de zomer van 2017 vroeg mijn manager mij om de collega’s in Bangladesh op weg te helpen met hun nieuwste digitale initiatief: e-commerce. Hij bood direct z’n excuses aan, want Dhaka, zo vond hij, was geen leuke plek om heen te gaan. En dus steeg mijn interesse meteen naar een hoogtepunt. Wat hij er niet bij zei, en ik mij niet bedacht, was dat tijdens mijn bezoek de Ramadan plaatsvond. Maar achteraf: des te interessanter!
Over de bestemming
Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh behoort tot de top 10 meest dichtbevolkte steden ter wereld. Het land is islamitisch en is na de afsplitsing van Brits-Indië initieel het slechts uit de wedstrijd gekomen (GDP 2018: 274 miljard USD), ten opzichte van de sterkere broers India (2713 triljoen USD) en Pakistan (315 miljard USD). Maar, zoals dat vaker gaat, komt die bescheiden positie de vriendelijkheid van collega’s en bevolking te goede. Helaas staat het in de lijst van veilige steden praktisch onderaan (EUI, 2019). Maar dat heeft ook met bredere leefomstandigheden (hygiene, verkeer) te maken. Positief feitje wel: in 2019 deed Bangladesh het na tientallen jaren voor het eerst economisch “beter” dan Pakistan.

Via Dubai ben je binnen 13 uur op de plaats van bestemming (Bangladesh loopt 5 uur voor op Nederland). En bij uitkomst ademt alles direct derde wereldland. Er wordt aan de startbaan gewerkt terwijl wij er in een 777 vandaan taxi’en, er staat een verloren Tupolev voor een vervallen hangar en je staat binnen drie minuten – zonder enige vorm van controle – buiten tussen een mensenmassa die nooit alleen voor het oppikken van reizigers daar kunnen staan. Met een busje van het hotel (Westin Dhaka) kon ik die massa gelukkig snel ontvluchten.
En dan komt na een gebroken nacht het moment om naar kantoor – liefkozend the Tiger’s Den genoemd – af te reizen. Ik besloot dit lopend te doen. Allereerst om cultuur te snuiven, maar ook omdat mij al verteld werd dat rijden en lopen in Dhaka ongeveer even snel gaat. Niemand loopt namelijk in Bangladesh. Zelfs – aldus het hotel – naar de buren pakt men een rikshaw of mini-bus. Gutsend van het zweet, aangesproken door iedereen die ik tegenkwam, was ik met 25 minuten op kantoor. En daar werd ik, uiteraard, door al mijn lokale collega’s voor gek verklaard.
Iftar
Uiteraard werd ik hartelijk uitgenodigd om ’s avonds mee te doen met “Iftar”, het moment waarop iedereen bij zonsondergang weer mag eten na een dag van vasten.

Daar leerde ik ook over de verdere impact op de dagelijkse gang van zaken. ’s Nachts zou er nog tot aan zonsopkomst gegeten worden, en overdag – goede timing… – is niemand iets waard vanwege de moeheid. De dagen die volgde heb ik mij braaf gehouden aan de lokale voorschriften. Elke dag met collega’s aan de Iftar. Op (niet gemotoriseerde) Rikshaws richting een keur aan restaurants. Leuk is dat je er echt alles kan eten. Italiaans, Japans en zelfs Nederlands (dat weigerde ik uiteraard vriendelijk). Een vernieuwde website verder en heel veel nieuwe Facebook vrienden rijker, reisde ik voldaan terug. Sinds die reis werd de APAC regio dan ook mijn verantwoordelijkheid. Met nieuwe reizen naar Bangladesh in het verschiet.